Wasstraat

Normaal is mijn auto roetzwart van kleur. Vele kilometers, stof en regen hebben dat veranderd in grijszwart. Op naar de wasstraat!

Om acht uur kom ik bij de wasstraat. Ik ben niet de enige die een auto wil wassen. Voor de ingang van de wasstraat staan twee andere auto’s. Ik sluit aan in de rij en stap uit. Het is weer droog na een regenbui en de zon schijnt. Ik bekijk de auto’s voor mij eens goed. Ze glimmen, waterdruppels parelen op het dak. Die auto’s zijn, vergeleken met de mijne, bijna schoon! Waarom wassen mensen schone auto’s? Waarom om acht uur ‘s morgens?

Was ik nou zo laat of wassen zij nou zo vroeg?