Bam

Voor mij lopen oma en kleindochter.

Oma: “Waar moeten we dan langs?”

Kleindochter: “Je kunt zo: Bam! Bam! Maar je kunt ook zó: Bam! Bam!”

Oma kijkt bedenkelijk, kan er geen touw aan vastknopen. Gelukkig kan ik de armgebaren van kleindochter zien. Zij wijst namelijk routes aan. Eerst rechtdoor en dan rechtsaf óf eerst rechtsaf en dan linksaf. Rond de vaart in mijn woonplaats vormen de wegen en bruggen rechthoeken. Van A naar B loop je dan twee zijden van zo’n rechthoek: Bam! Bam!

Even later zie ik ze aan een tafeltje bij de snackbar. Een vlieg wil meegenieten van hun ijsjes. Kleindochter wacht af en slaat dan één vlieg in twéé klappen: Bam! Bam!