Racen

“Kun je niet sneller?” vraagt collega. Ik trap het gaspedaal dieper in. De motor ronkt, de snelheidsmeter tikt de 230 km/u aan. Ik waan mij Max Verstappen. Plotseling doemt een haakse bocht op.

Ik zit in de demo-Aston-Martin-racewagen-game-unit die we tegenwoordig op school hebben. Gelukkig maar, want ik klap in volle vaart tegen de muur. Collega maakt flauwe grap dat zoiets Max nooit overkomt. Andere collega zegt: “Je past bij die kale race-tweeling”. Collega reageert: “Ja: Rob, Tim en Tom. Dat klinkt als de titel voor een boek!” Hm, eerst maar een verhaal.

Moeizaam wurm ik mij uit het nauwe racekuipje, sta met bibberende benen naast de ‘bolide’. Mijn race-skills zijn nog niet Max-imaal.